Pulled beef

De makkelijkste manier om dat te doen is met twee gewone vorken. Als je merkt dat het vlees niet makkelijk uit elkaar valt, zet het dan nog 30 minuten in de oven. Zodra het mals genoeg is, gebruik je de vorken om het vlees in kleine reepjes uit elkaar te trekken. Ga zo door tot het hele stuk in smakelijke reepjes is getrokken. Meng vervolgens het vlees met de jus om ervoor te zorgen dat elke reep boordevol smaak zit.

Het juiste stuk vlees kiezen is cruciaal om je pulled beef te doen slagen. Stukken vlees die worden verkocht als braadlap zijn meestal afkomstig van de nek, schouder of vang. Dit is taai vlees met veel bindweefsel en vet. Ze vereisen lange gaartijden bij relatief lage temperaturen. In ruil daarvoor krijg je ongelooflijk malse en smaakvolle vleesgerechten, zoals pulled beef. Maak niet de fout om een mager stuk vlees te kopen zoals rosbief, want dat zal alleen maar uitdrogen en hard worden als het op dezelfde manier als een braadlap wordt bereid.

Voordat je pulled beef serveert, moet je de reepjes goed omroeren om ze met de jus te mengen, zodat ze sappig en smaakvol zijn. Bewaar restjes rundvlees samen met zoveel mogelijk jus in een luchtdichte doos om te voorkomen dat de vloeistoffen verdampen. Wanneer je je pulled beef opnieuw opwarmt in de oven, bedek de schaal dan met aluminiumfolie om de sappen binnen te houden.

Het vlees laat makkelijker los als het nog warm is en vers uit de oven komt. Dat komt omdat de eiwitten en het vet in het vlees hard worden als het vlees afkoelt, waardoor het moeilijker wordt om de vleesvezels van elkaar te scheiden. Als je het vlees laat afkoelen voordat je het uit elkaar trekt, ziet het resultaat er misschien minder smakelijk uit dan wanneer je het doet als het nog warm is.