Paddenstoelensoep

De makkelijkste manier om een soep in te dikken is door een roux te maken. Verhit gelijke delen vet (boter of olie) en bloem in een pan op matig vuur. Blijf roeren tot het mengsel licht gebruind is en een koekjesachtig aroma heeft. De afgekoelde roux wordt dan aan het einde van het sudderen aan de soep toegevoegd. Zo kun je de textuur van de soep veranderen door geleidelijk roux toe te voegen en de soep telkens te laten indikken voordat je meer toevoegt.

De sleutel tot smaakvolle paddenstoelen is vet en tijd. Bak de paddenstoelen eerst op middelhoog vuur in een droge pan tot ze vocht beginnen af te geven. Laat het vocht verdampen in de pan tot de paddenstoelen bijna helemaal droog zijn. Voeg dan olie of boter, zout, peper en een geperst teentje knoflook toe voor extra smaak. Zonder het vet zullen de paddenstoelen geen volle smaak ontwikkelen. Wanneer ze een mooie bruine kleur hebben, zijn de paddenstoelen klaar.

Als de paddenstoelen slijmerig en donker geworden zijn in de koelkast, is de houdbaarheidsdatum ervan waarschijnlijk verstreken. Neem geen risico met slijmerige paddenstoelen; gooi ze weg en koop nieuwe. Soms krijg je na het pureren van de aardappelen ook een slijmerige textuur, omdat het aardappelzetmeel zich bindt met de vloeistof. Als je een elektrische mixer of aardappelstamper gebruikt om de soep tot een gladde massa te mixen, kun je deze slijmige textuur voorkomen.

Als je ze correct bereidt, hebben de meeste paddenstoelen een milde, volle, bosachtige smaak. Verschillende paddenstoelensoorten hebben echter een verschillende smaakintensiteit. Aan de mildere kant van het spectrum vinden we soorten als witte champignons en oesterzwammen. Meer smaakvolle soorten zijn portobello en shiitake. Enkele van de meest smaakvolle paddenstoelen die je in winkels en restaurants tegenkomt, zijn cantharellen, eekhoorntjesbrood en morieljes. Deze worden terecht beschouwd als delicatessen en kunnen niet worden gekweekt, maar elk jaar slechts gedurende een beperkte periode worden geplukt.