Boter
|
50 g |
---|---|
Eieren
|
3 |
Bruine suiker
|
2 dl |
Arla melk
|
100 ml |
Algemeen bloem
|
4 dl |
Bakpoeder
|
2 tl |
Gehakte chocolade
|
100 g |
Bessen, bijvoorbeeld aardbeien, frambozen of bosbessen
|
4 dl |
Poedersuiker
|
|
---|---|
Bessen
|
|
Slagroom
|
Muffins zijn een vrolijke, snelle lekkernij voor na schooltijd, bij thee in de middag of tijdens een luie ochtend in bed met de zondagskrant.
De beste manier om smeuïge muffins te maken is door vóór het bakken een vochtig ingrediënt door het beslag te roeren. Stukjes appel, geraspte wortels, bosbessen en pure chocolade zijn allemaal goede opties.
De makkelijkste manier om je muffinvorm schoon te houden is hem te bekleden met ongebleekt, natuurlijk bakpapier, in plaats van elk vormpje in te vetten en met bloem te bestuiven. Om te voorkomen dat er beslag op de bovenkant van de bakvorm druipt, kun je een speciaal ontworpen beslagschep gebruiken om de vormpjes te vullen. Een kleine juslepel of een maatbeker van een kwart kopje werken ook goed.
Er zijn eindeloos veel mogelijkheden om je muffins met een topping te versieren. Doop bijvoorbeeld de bovenkant van nog warme muffins in gesmolten boter en vervolgens in kaneelsuiker. Ook een toefje zure room met wat bessen is nooit verkeerd. En vergeet het eenvoudige genot van een beetje poedersuiker niet.
Begin met het apart mengen van de natte en droge ingrediënten. Maak een kuiltje in het midden van je droge ingrediënten en giet de natte ingrediënten erin. Roer voorzichtig tot de ingrediënten goed gemengd zijn. En zoals bij alle snelle broden (broden gemaakt zonder gist) is de belangrijkste tip om het beslag niet te veel te mengen na het samenvoegen van de natte en droge ingrediënten. Te veel mengen activeert de gluten in het meel, waardoor de muffins taai worden (zoals brood) en het zachte kruim verloren gaat.