Eiwitwafels met romige skyr

Om ervoor te zorgen dat je wafels mooi loskomen uit het wafelijzer, moet je een paar dingen in de gaten houden. Allereerst is het belangrijk dat je wafelijzer goed heet is voordat je begint. Dit helpt om een knapperige buitenkant te vormen, waardoor de wafels makkelijker loskomen. Giet het beslag altijd in het midden van het ijzer en laat het vanzelf uitlopen. Overvul het ijzer niet, want dan kan het beslag overlopen en aan de randen plakken. Open het wafelijzer pas als de wafels goed gaar zijn – te vroeg openen kan ervoor zorgen dat ze scheuren.

De juiste consistentie van het beslag is belangrijk voor een goed resultaat. Meng eerst de droge ingrediënten goed door elkaar, zodat er geen klontjes meer in zitten. Klop in een aparte kom de natte ingrediënten, inclusief de skyr, tot een glad mengsel. Combineer de droge en natte ingrediënten door ze voorzichtig door elkaar te vouwen. Mix niet te hard, want dat kan het beslag zwaar maken. Laat het beslag een paar minuten rusten. Dit zorgt ervoor dat de ingrediënten goed mengen en dat eventuele klontjes oplossen. Zo krijg je een glad beslag dat perfect uitloopt in het wafelijzer.

Als je houdt van knapperige randen, zorg er dan voor dat je wafels direct na het bakken op een rooster afkoelen. Door ze op elkaar te stapelen, blijft de stoom hangen, wat de wafels zacht maakt. Door ze op een rooster te leggen, blijven ze aan de buitenkant lekker krokant. Een goed voorverwarmd wafelijzer is ook essentieel. Dit zorgt ervoor dat de buitenkant snel dichtschroeit, waardoor de wafels knapperig worden en de binnenkant toch luchtig blijft.